De taken binnen de huisartsenpraktijk worden tav de DM behandeling als volgt verdeeld:

assistente

  • doet bloedglucosebepalingen ovv huisarts of POH

  • ontvangt zelfcontrole uitslagen van de patiënt en geeft die door aan de juiste persoon

POH

  • doet in principe de gehele begeleiding en behandeling van DM-patiënten

  • geeft educatie

  • stelt zo nodig reeds voorgeschreven medicatie bij, overlegt achteraf met de huisarts hieromtrent

  • overlegt vooraf met de huisarts als een nieuw medicament geïndiceerd is/lijkt

  • bereidt de jaarcontrole voor

huisarts

  • is eindverantwoordelijk

  • doet aan casefinding

  • accordeert alle medicatievoorschriften

  • doet een deel van de jaarcontrole